De beslissing om water terug te winnen in een autowasstraat is meestal gebaseerd op economische, milieu- of regelgevingskwesties. De Clean Water Act bepaalt dat autowasstraten hun afvalwater opvangen en regelt de verwijdering van dit afval.
Ook heeft de Amerikaanse Environmental Protection Agency de aanleg verboden van nieuwe afvoerputten die zijn aangesloten op afvoerputten voor motorvoertuigen. Zodra dit verbod van kracht wordt, zullen meer autowasstraten gedwongen worden om naar terugvorderingssystemen te kijken.
Sommige chemicaliën die in de afvalstroom van autowasstraten worden aangetroffen, zijn onder meer: benzeen, dat wordt gebruikt in benzine en wasmiddelen, en trichloorethyleen, dat wordt gebruikt in sommige vetverwijderaars en andere verbindingen.
De meeste terugwinningssystemen bieden een combinatie van de volgende methoden: bezinkingstanks, oxidatie, filtratie, uitvlokking en ozon.
Autowassystemen leveren gewoonlijk water van waskwaliteit binnen een bereik van 30 tot 125 gallons per minuut (gpm) met een deeltjeswaarde van 5 micron.
De vereisten voor de gallonstroom in een typische faciliteit kunnen worden opgevangen met behulp van een combinatie van apparatuur. Geurbestrijding en kleurverwijdering van teruggewonnen water kunnen bijvoorbeeld worden bereikt door ozonbehandeling met hoge concentratie van water dat zich in opslagtanks of putten bevindt.
Wanneer u terugwinningssystemen voor de autowasstraten van uw klanten ontwerpt, installeert en exploiteert, moet u eerst twee dingen bepalen: of u een open of gesloten systeem gebruikt en of er toegang is tot een riool.
Typische toepassingen kunnen worden uitgevoerd in een gesloten omgeving door een algemene regel te volgen: de hoeveelheid vers water die aan het wassysteem wordt toegevoegd, is niet groter dan het waterverlies dat ontstaat door verdamping of andere afvoermethoden.
De hoeveelheid water die verloren gaat, varieert afhankelijk van de verschillende soorten autowastoepassingen. De toevoeging van vers water ter compensatie van afvoer- en verdampingsverlies zal altijd plaatsvinden tijdens de laatste spoelgang van de wastoepassing. De laatste spoeling voegt het verloren water terug. De laatste spoelgang moet altijd onder hoge druk en met een laag volume plaatsvinden, met als doel het wegspoelen van eventueel resterend teruggewonnen water dat bij het wasproces wordt gebruikt.
In het geval dat op een bepaalde autowasplaats toegang tot het riool beschikbaar is, kan waterbehandelingsapparatuur carwash-operators meer flexibiliteit bieden bij het selecteren van welke functies in het wasproces gebruik maken van teruggewonnen versus zoet water. De beslissing zal waarschijnlijk gebaseerd zijn op de kosten van rioolgebruiksvergoedingen en de daarmee samenhangende vergoedingen voor kraan- of afvalwatercapaciteit.
Posttijd: 29 april 2021